Opbouw vakantierechten tijdens ziekte
In 2009 heeft het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen zich in het Schultz-Hoff arrest uitgelaten over een richtlijn waarin bepaald wordt welke rechten op vakantiedagen een zieke werknemer toekomen tijdens zijn ziekteperiode. Het Hof van Justitie is van mening dat het recht op een jaarlijkse vakantie van vier weken met behoud van loon toekomt aan alle werknemers, ongeacht hun gezondheidstoestand. Zieke werknemers die door hun arbeidsongeschiktheid gedeeltelijk of geen arbeid hebben verricht, hebben ook recht op de volledige jaarlijkse minimumvakantie met doorbetaling van het loon.
In de huidige Nederlandse wetgeving is bepaald dat de werknemer die langdurig geen arbeid verricht wegens ziekte alleen vakantiedagen opbouwt over de laatste zes maanden van zijn ziekteperiode. Wanneer er sprake is van arbeid die gedeeltelijk wordt verricht, bouwt de werknemer alleen vakantiedagen op over de periode waarin hij daadwerkelijk arbeid verricht. Dit in tegenstelling tot de gezonde werknemer, die het gehele jaar door vakantiedagen opbouwt.
De wetgever heeft met deze regeling beoogd dat er geen situaties zullen ontstaan waarin vakantiedagen opeengestapeld worden. Dit zou namelijk hoge kosten met zich mee kunnen brengen voor het bedrijfsleven indien de zieke werknemer aan het einde van zijn dienstverband alle vakantiedagen opneemt of deze vergoed wil krijgen. Bovendien is het voor de werknemer niet mogelijk om meer dan het minimum aantal vakantiedagen tijdens zijn ziekteperiode op te nemen.
In de praktijk wordt weinig gebruik gemaakt van het opnemen van vakantiedagen door zieke werknemers. Dit terwijl er voor de zieke of gedeeltelijk zieke werknemer ook behoefte bestaat aan een vakantieperiode waarin er uitgerust en hersteld kan worden van de verplichtingen die voortvloeien uit de dienstbetrekking, ook al zijn dat andere verplichtingen dan het verrichten van de bedongen (eigen) arbeid. Zo kan een zieke werknemer door vakantie tijdelijk vrijgesteld worden van zijn verplichting tot re-integratie.
Met de uitspraak van het Hof van Justitie wordt het voor zieke werknemers dus mogelijk om evenveel vakantiedagen op te bouwen als gezonde werknemers. Voor de werkgever is het niet meer mogelijk om een zieke werknemer geen vakantiedagen te laten opnemen. De werknemer moet dan in een andere periode worden toegestaan deze dagen op te nemen. De verjaringstermijn van vijf jaar die nu geldt op vakantiedagen, geldt niet indien de werknemer nooit de mogelijkheid heeft gehad om de vakantiedagen op te nemen. Het recht op vakantie mag hierdoor niet komen te vervallen.
Naar aanleiding van de uitspraak van het Hof van Justitie is een wetsvoorstel opgesteld en zal de Nederlandse wet overeenkomstig worden aangepast. Een extra punt dat de wetgever wil invoeren op dit gebied, is een vervaltermijn van zes maanden op de aanspraak op het minimum aantal vakantiedagen. Deze regeling is niet van toepassing op de werknemer die niet in staat is geweest om zijn vakantiedagen op te nemen doordat er bijvoorbeeld sprake was van ziekte. De regeling wil de wetgever invoeren om zeker te stellen dat het minimum aantal vakantiedagen wordt benut als vakantie door zowel zieke als gezonde werknemers. Het minimum aantal vakantiedagen kan niet worden afgekocht.
Het hierboven beschreven wetsvoorstel wordt van kracht zodra het wetsvoorstel wordt aangenomen door de eerste kamer en gepubliceerd in het Staatsblad.
Indien u vragen heeft over ziekte en vakantiedagen bij werknemers, andere arbeidsrechtelijke zaken of meer wilt weten over een bepaalde juridische kwestie, neemt u dan – voor een vrijblijvend adviesgesprek – contact op met mr John Veerman van Som Advocatuur.
|
|