Wet inzake normering incassokosten
Wanneer facturen niet (tijdig) worden voldaan, zal een crediteur doorgaans een incassotraject starten om zijn vordering betaald te krijgen. Vaak besteden bedrijven deze werkzaamheden uit aan bijvoorbeeld een incassobureau, deurwaarder of advocaat, die de niet-betalende klant zal aanschrijven om hem tot betaling te bewegen. Daarbij worden vaak de zogenaamde buitengerechtelijke incassokosten gevorderd. Dit zijn kosten die worden gemaakt ter verkrijgen van voldoening buiten rechte, dat wil zeggen de kosten die gemaakt worden voordat de zaak bij een rechtbank zal worden aangebracht. Denk daarbij aan kosten die gemaakt worden ten behoeve van het corresponderen en telefoneren met de klant en kosten om te onderzoeken of er een betalingsregeling mogelijk is.
De kosten die worden opgevoerd door de incassospecialisten liggen echter vaak hoog, in sommige gevallen zelfs hoger dan de oorspronkelijke vordering. De wet geeft thans geen specifieke regeling over welke bedragen redelijk zijn om in verband met de incasso te vorderen. Dit brengt veel onduidelijkheid met zich mee. Om deze onzekerheid weg te nemen en om consumenten te beschermen tegen buitensporig hoge incassokosten, is op 5 april 2012 de Wet inzake de normering van de buitengerech-telijke incassokosten aangenomen door de eerste kamer. Naar alle waarschijnlijkheid zal de wet in de zomer van 2012 in werking treden.
Met de inwerkingtreding van de wet zullen de te vorderen incassokosten genormeerd worden. De incassokosten worden daarbij berekend aan de hand van de hoogte van het bedrag van de vordering. Een percentage van de hoofdsom kan vervolgens in rekening worden gebracht als incassokosten. De te vorderen percentages en bedragen (exclusief BTW) zijn als volgt opgebouwd:
· 15% van het bedrag van de hoofdsom van de vordering over de eerste € 2.500 van de vordering met een minimum van € 40;
· 10% van het bedrag van de hoofdsom van de vordering over de volgende € 2.500 van de vordering;
· 5% van het bedrag van de hoofdsom van de vordering over de volgende € 5.000 van de vordering;
· 1% van het bedrag van de hoofdsom van de vordering over de volgende € 190.000 van de vordering;
· 0,5% over het meerdere van de hoofdsom met een maximum van € 6.775.
De wetgever heeft ervoor gekozen om zowel een minimum als een maximum te vorderen bedrag vast te stellen. Dit brengt met zich mee dat voor alle vorderingen tot € 226,67 te allen tijde een bedrag ad € 40,- aan incassokosten mag worden berekend, ook al is de vordering zelf lager. Hetzelfde geldt voor het maximaal te vorderen bedrag. Bij hoge vorderingen zal ‘slechts’ een bedrag ad € 6.775 in rekening kunnen worden gebracht. Daarbij is niet van belang of de vordering € 1 mln. of € 10 mln. bedraagt.
In sommige gevallen kan het wenselijk zijn om van voornoemde regeling inzake de buitengerechtelijke incassokosten af te wijken. Partijen kunnen dan, bij het sluiten van de overeenkomst, afspreken dat het voorgaande niet op de overeenkomst van toepassing zal zijn. Ten aanzien van overeenkomsten met consumenten is het niet mogelijk om ten nadele van de consument van deze wet af te wijken. Voor bedrijfsmatige partijen is het wel mogelijk om bij overeenkomst van de bepalingen inzake de incassokosten af te wijken. Zij kunnen bijvoorbeeld hogere tarieven afspreken om te bevorderen dat de betalingen tijdig zullen worden verricht.
In overeenkomsten met consumenten is het daarnaast van belang dat zij op de juiste manier worden aangemaand wil de crediteur aanspraak kunnen maken op een incassokostenvergoeding. De consument moet, na de eerste sommatie tot betaling, een termijn van veertien dagen krijgen om de vordering te voldoen. In deze eerste sommatiebrief moet worden vermeld dat de consument incassokosten zal moeten betalen en tevens de hoogte van deze incassokosten indien betaling uitblijft. Blijft betaling alsnog uit moet de crediteur een tweede sommatiebrief verzenden met daarin de hoogte van de verschuldigde incassokosten.
De wet zal van toepassing zijn op alle overeenkomsten die zijn gesloten na het inwerkingtreden van de wet. Het kan raadzaam zijn om de door uw bedrijf gehanteerde algemene voorwaarden, overeenkomsten en sommatiebrieven na te zien en eventueel aan te passen aan het nieuwe recht zodat deze aan de wettelijke vereisten blijven voldoen.
Indien u meer wilt weten over de nieuwe wet inzake de incassotarieven of heeft vragen over een andere juridische kwestie, neemt u dan – voor een vrijblijvend adviesgesprek – contact op met mr. John Veerman, Som Advocatuur, Julianaweg 192 B te Volendam, tel. 0299-323 878, www.somadvocatuur.nl.
|
|
