Veel werkgevers hebben oproepkrachten in dienst die in het seizoen bij drukte extra kunnen worden ingezet. Veelal is in de arbeidsovereenkomst van deze werknemers opgenomen dat zij in ieder geval voor een minimum aantal uur per week zullen worden opgeroepen om te werken. Indien er meer werk is, zullen de oproepkrachten voor meer uur per week worden opgeroepen dan in de arbeidsovereenkomst is afgesproken. Het kan echter problemen opleveren als een werknemer, die structureel meer uren werkt dan is overeengekomen, weer voor het standaard aantal uur per week worden ingeroosterd. Een en ander blijkt uit een interessante uitspraak uit april 2015 van de Hoge Raad die hierna zal worden besproken.
In de zaak gaat het om een buschauffeur die per 1 mei 1992 in dienst is van Connexxion. In het oproepcontract zijn partijen overeengekomen dat de buschauffeur voor minimaal 8 uur per week zal worden ingezet. In de loop der jaren is de buschauffeur echter wekelijks door Connexxion voor veel meer uur extra ingezet. Gemiddeld werkte de buschauffeur zo’n 25 uur per week.
In 2006 krijgen partijen een geschil over de reiskosten die de buschauffeur wenst te declareren en vinden er diverse gesprekken plaats tussen de buschauffeur en de directie van Connexxion. Connexxion wil de door de buschauffeur te ontvangen reiskosten afbouwen en doet de buschauffeur daartoe een voorstel. De buschauffeur gaat daarmee echter niet akkoord. Vanaf dat moment wordt de buschauffeur plotseling niet meer opgeroepen voor extra uren en wordt hij wekelijks nog maar voor 8 uur ingezet bij Connexxion. Connexxion geeft daarbij aan dat de buschauffeur weer voor extra diensten zal worden ingeroosterd zodra hij akkoord gaat met de aangepaste reiskostenvergoeding.
De buschauffeur verzoekt Connexxion om opheldering en verzoekt om, net als voorheen, voor 25 uur per week te worden ingezet. Hieraan wordt door Connexxion geen gehoor gegeven. De werknemer kan zich met voornoemde gang van zaken niet verenigen en vordert bij de kantonrechter betaling van salaris over uren die hij normaal gesproken wel zou worden ingeroosterd. In dit verband beschikt de buschauffeur ook over een e-mailbericht van het planbureau van Connexxion waarin een manager de planners de opdracht geeft om de buschauffeur onder geen enkel beding meer te laten rijden dan de overeengekomen uren. Daarnaast stelt de buschauffeur zich op het standpunt dat er geen sprake is van minder extra te vervullen diensten bij Connexxion en dat Connexxion derhalve geen enkele reden heeft om de buschauffeur niet vaker in te roosteren.
Connexxion stelt zich op het standpunt dat zodra de buschauffeur zou instemmen met de afbouw van zijn reiskostenvergoeding, hij weer meer kon gaan werken. Bovendien hebben partijen in het oproepcontract afgesproken dat de buschauffeur voor minimaal 8 uur per week zou werken en niet voor 25 uur.
De kantonrechter heeft de werknemer in eerste instantie in het gelijk gesteld en heeft bepaald dat Connexxion (een groot gedeelte van) het achterstallig salaris moest betalen over de gewerkte uren die de buschauffeur door het gedrag van Connexxion was misgelopen. Het gerechtshof is echter een andere mening toegedaan en heeft de vorderingen van de buschauffeur in hoger beroep afgewezen. Dit aangezien partijen geen specifieke afspraken zouden hebben gemaakt over het aantal per week te werken uren en dat de buschauffeur in het verleden een paar keer een extra dienst zou hebben afgeslagen. Van Connexxion hoefde daarom niet te worden verwacht dat zij de buschauffeur weer zoals voorheen extra zou inzetten en het stond haar vrij om de buschauffeur nog maar voor 8 uur per week in te roosteren.
Uiteindelijk heeft de Hoge Raad zich uitgelaten over deze kwestie. De Hoge Raad stelt vast dat het kennelijk de normale gang van zaken is bij Connexxion dat ‘gaten’ die in het werkrooster open blijven, worden opgevuld door oproepkrachten, onder wie de betreffende buschauffeur. Nu is komen vast te staan dat de buschauffeur door Connexxion structureel is uitgesloten van de aanbieding van extra diensten om een reden die dat niet kan rechtvaardigen (namelijk instemmen met een aangepaste reiskostenregeling) heeft Connexxion in strijd gehandeld met de regels van goed werkgeverschap. Als gevolg van de uitsluiting heeft de buschauffeur immers veel minder extra diensten gekregen dan dat er zonder de uitsluiting het geval zou zijn geweest. De vordering van de buschauffeur, inhoudende dat hij ook de extra diensten krijgt uitbetaald, dient – aldus de Hoge Raad – derhalve te worden toegewezen.
Gelet op deze uitspraak van de Hoge Raad is het voor werkgevers derhalve aan te bevelen zorgvuldig om te springen met het inroosteren van oproepkrachten. Het eenzijdig wijzigen van de arbeidsuren kan in bepaalde gevallen namelijk in strijd zijn met goed werkgeverschap.
Indien u vragen heeft omtrent het voorgaande of meer wilt weten over een bepaalde juridische kwestie, neemt u dan – voor een vrijblijvend adviesgesprek – contact op met mr. Lydia Visscher of mr. John Veerman van Som Advocatuur.
|
|