Vijf gronden voor wijziging van de hoogte van partneralimentatie
Na een echtscheiding ontstaat er vaak een verplichting tot het betalen van partneralimentatie. Doorgaans zal er over een termijn van 12 jaar na de echtscheiding alimentatie moeten worden betaald. Over dit onderwerp is de laatste tijd veel te doen. Een wetsvoorstel tot beperking van de alimentatieduur is ingediend maar het is nog niet bekend óf en wanneer dit in werking zal treden. Het wetsvoorstel ziet overigens ook alleen op echtscheidingen na invoeringsdatum.
Voor de echtscheidingen die niet onder het nieuwe wetsvoorstel vallen, kan het toch zo zijn dat de verplichting tot het betalen van partneralimentatie komt te vervallen of dat het alimentatiebedrag kan worden gewijzigd. Hierna zullen vijf gevallen worden besproken, waarin dit het geval is.
1. Minder inkomen
Indien het inkomen van de alimentatieplichtige wijzigt, bijvoorbeeld wegens een ontslag, andere baan of bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd, kan het zijn dat de alimentatieplichtige niet langer in staat is om aan de alimentatieverplichting te kunnen blijven voldoen. In dat geval kan er via de rechtbank een verlaging worden verzocht, tenzij beide partners samen afspraken kunnen maken over de wijziging de alimentatie.
2. Het verdwijnen van behoefte van de alimentatiegerechtigde
De hoogte van de te betalen alimentatie is enerzijds afhankelijk van de draagkracht van de alimentatieplichtige en anderzijds van de behoefte van de alimentatiegerechtigde aan een bijdrage. Dit houdt in dat wanneer een partner een laag inkomen heeft, hij/zij geen hoge alimentatie kan betalen en omgekeerd dat wanneer een alimentatiegerechtigde zelf in het eigen levensonderhoud kan voorzien, geen aanspraak kan maken op partneralimentatie. Het kan voorkomen dat een alimentatiegerechtigde een paar jaar na de scheiding bijvoorbeeld een (nieuwe) baan vindt, een erfenis ontvangt of de loterij wint. Wanneer de alimentatiegerechtigde daarmee in het eigen levensonderhoud kan voorzien, kan het zijn dat er (veel) minder alimentatie dient te worden betaald / ontvangen.
3. Samenwonen als het ware gehuwd
Wanneer de alimentatiegerechtigde opnieuw in het huwelijk treedt, vervalt het recht op partneralimentatie. Daarbij is overigens niet vereist dat er daadwerkelijk een huwelijk wordt gesloten. Ook indien de alimentatiegerechtigde samenwoont met een nieuwe partner ‘als het ware hij/zij gehuwd’ komt de partneralimentatieplicht te vervallen. Aan dit laatste geval worden wel de volgende strenge eisen gesteld:
- er moet sprake zijn van een affectieve relatie;
- de partners wonen samen;
- er is sprake van een wederzijdse verzorging;
- de partners voeren een gezamenlijke huishouding.
Wanneer voornoemde eisen door de alimentatieplichtige kunnen worden bewezen, komt de verplichting tot betaling van partneralimentatie te vervallen.
4. Het verbleken van de behoefte
Een andere bijzondere omstandigheid waarin de alimentatieplicht vervalt, is de verbleking van de behoefte van de alimentatiegerechtigde. Door sommige gerechtshoven wordt aangenomen dat er sprake is van een afnemende behoefte naarmate de jaren na de echtscheiding verstrijken. Dit komt doordat de behoefte van de alimentatiegerechtigde zich aanpast aan de nieuwe situatie na de scheiding en doordat de financiële band met de mate van welstand tijdens het huwelijk in de loop der jaren minder wordt. Verder kan de duur van het huwelijk, hoe partijen invullen hebben gegeven aan hun huwelijkse samenleving, de aanwezigheid van kinderen en het gedrag van de alimentatiegerechtigde een grond zijn voor de verbleking van de behoefte.
5. Verbreken lotsverbondenheid
Een laatste grond voor het eindigen van de alimentatieverplichting is het verbreken van de lotsverbondenheid tussen ex-echtgenoten. Hieronder valt bijvoorbeeld de omstandigheid waarin de alimentatiegerechtigde zich dusdanig grievend gedraagt tegen de alimentatieplichtige dat het niet langer redelijk is dat de alimentatieplicht voortduurt. Beëindiging op deze grond is echter vrij zeldzaam en zal niet snel worden toegekend.
Uit het voorgaande blijkt dus dat ex-partners die niet onder de nieuwe wet gaan vallen, niet altijd voor de volledige duur van 12 jaar gebonden hoeven te zijn aan de alimentatieverplichting. Benieuwd of een van de voornoemde gronden op uw situatie van toepassing is? Neemt u dan – voor een vrijblijvend adviesgesprek – contact op met mr. Lydia Visscher of mr. John Veerman van Som Advocatuur op telefoonnummer 0299-323878 of via info@somadvocatuur.nl.
|
|