Volledige loonstop gerechtvaardigd bij schending re-integratieverplichtingen door zieke werknemer
Werknemers kunnen ziek worden. In principe is de werkgever gehouden om de eerste twee jaren van de ziekte 70% salaris van de werknemer door te betalen. Op deze regel bestaan echter enkele uitzonderingen. Het recht van een werknemer op doorbetaling van het salaris tijdens ziekte bestaat bijvoorbeeld niet als de ziekte door opzet van de werknemer is veroorzaakt, de genezing door de werknemer wordt belemmerd, de werknemer weigert aan zijn re-integratieverplichtingen te voldoen of wanneer de werknemer passende arbeid weigert. In de wet is bepaald dat de werknemer in zulke gevallen geen loonaanspraak heeft.
In de wet is echter niet bepaald of werkgever in voornoemde gevallen de uitbetaling van het salaris geheel mag staken of dat dit tot proportionele loonuitsluiting leidt. Het ontbreken van duidelijkheid over deze wetsbepaling in de jurisprudentie heeft voor het kantongerecht van de rechtbank Midden-Nederland, locatie Utrecht, aanleiding gevormd om deze vraag voor te leggen aan de Hoge Raad. Dit naar aanleiding van een geschil tussen schoonmaakbedrijf CSU en één van haar werknemers. Het betrof een werknemer die zichzelf in juli 2009 had ziek gemeld. De bedrijfsarts had geoordeeld dat de werknemer per 15 december 2009 weer aangepast werk kon gaan verrichten voor halve dagen. Het werk zou eind januari 2010 volledig kunnen worden hervat. De werknemer was echter van mening dat hij nog niet in staat was de (aangepaste) werkzaamheden te hervatten en weigerde hieraan zijn medewerking te verlenen. De werkgever heeft vervolgens het salaris stopgezet.
De werknemer vorderde vervolgens bij de kantonrechter doorbetaling van zijn salaris aangezien hij arbeidsongeschikt zou zijn en wees op de wetsbepaling waarin de doorbetalingsverplichting van de werkgever is opgenomen. De werkgever stelde zich op het standpunt dat de werknemer zijn werkzaamheden had moeten hervatten aangezien de bedrijfsarts had geoordeeld dat de werknemer hiertoe in staat zou zijn. De werkgever was daarom van mening dat zij gerechtigd was om het salaris geheel stop te zetten. De werknemer deelde dit standpunt niet. Mocht het al zo zijn dat de werkgever de loonstop terecht had opgelegd, moest er rekening worden gehouden met het feit dat de werknemer slechts gedeeltelijk arbeidsongeschikt was verklaard. De loonsanctie kon – aldus de werknemer – slechts proportioneel worden opgelegd.
De kantonrechter stelde vervolgens vast dat over de onderhavige rechtsvraag in de rechtspraak nog geen duidelijkheid bestaat. Rechtbanken en gerechtshoven hebben de afgelopen jaren wisselende oordelen gegeven. De kantonrechter besloot daarom, nu de rechtseenheid gediend is met duidelijkheid over dit onderwerp, de vraag aan de Hoge Raad voor te leggen.
De Hoge Raad heeft als volgt geoordeeld. Van belang is dat in het betreffende wetsartikel – onder meer – is opgenomen dat een werknemer geen recht heeft op loondoorbetaling ‘voor de tijd gedurende welke’ hij door zijn eigen toedoen genezing belemmert of zonder deugdelijke grond (passende) arbeid verricht. Volgens de Hoge Raad brengt de aard van voornoemde gedragingen met zich mee dat de wetgever heeft bedoeld dat er geen recht op loondoorbetaling bestaat voor de gehele periode waarin een werknemer voornoemd gedrag vertoond.
Verder is de Hoge Raad van mening dat de wetgever met het wetsartikel heeft beoogd werknemers te stimuleren het herstel en re-integratie tijdens ziekte te bevorderen. De wetsbepaling is als afschrikwekkende sanctie opgenomen zodat werknemers geprikkeld worden om bij te dragen aan het herstel en medewerking te verlenen aan de re-integratieverplichtingen. Het kan, aldus de Hoge Raad, dus niet zo zijn dat een werknemer slechts gedeeltelijk in het salaris kan worden gekort indien er sprake is van gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid. Een algehele loonstop is derhalve, ook in gevallen van gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid, gerechtvaardigd. De Hoge Raad merkt daarbij tot slot nog wel op dat het onder bepaalde bijzondere omstandigheden naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar kan zijn om een werknemer een algehele loonstop op te leggen. Dergelijke situaties zullen zich echter niet snel voordoen.
Met voornoemde uitspraak is er duidelijkheid gekomen over de vraag of een zieke werknemer die weigert aan zijn herstel of re-integratieverplichtingen mee te werken een algehele loonstop kan worden opgelegd. Werkgevers doen er echter altijd verstandig aan zich voorafgaand goed juridisch te laten informeren door een advocaat om problemen achteraf te voorkomen.
Indien u vragen heeft omtrent loondoorbetalingsverplichtingen tijdens ziekte van een werknemer of meer wilt weten over een bepaalde juridische kwestie, neemt u dan – voor een vrijblijvend adviesgesprek – contact op met mr. Lydia Visscher of mr. John Veerman van Som Advocatuur.
|
|